Voorbeeldles Marifooninstallatie
De marifooninstallatie bestaat uit:
- de marifoon;
- antenne en antennekabel;
- spanningskabel (van accu naar marifoon);
- spanningsbron (accu).
Knoppen en begrippen
- Volume: dit is de geluidssterkte.
- Squelch: dit is de ruisonderdrukking.
- Dimmer: regelt de lichtsterkte van het display.
- Dual watch: hiermee is het mogelijk op twee kanalen tegelijk uit te luisteren. Wordt bijvoorbeeld door binnenschepen gebruikt om ook VHF kanaal 16 te blijven uitluisteren.
- High/low-power: de knop waarmee handmatig geschakeld kan worden tussen hoog- en laagvermogen.
Antenne
Hoe hoger een antenne is geplaatst, hoe groter het zendbereik zal zijn. Op het Nederlandse binnenwater mag de antenne zich maximaal op 12 m hoogte bevinden. Om vrij te kunnen stralen is het belangrijk dat de antenne vrij van obstakels wordt geplaatst.
AntennekabelDe antenne wordt aangesloten met een coaxiale kabel van 50 Ohm impedantie.
De impedantie (weerstand) is afhankelijk van de opbouw, afmetingen en materiaal van de kabel. Een coaxkabel is gevoelig voor vocht en dient daarom uit één geheel te bestaan. Bij vocht in de kabel wordt het zendbereik gereduceerd en kan reflectie ontstaan. Bij meting tijdens een marifooninspectie mag de reflectie niet meer dan dan 10% zijn.
Voor de verbinding tussen kabel, antenne en marifoon worden waterdichte antenne connectoren gebruikt.
Spanningskabel (of: voedingskabel)
De spanningskabel is de verbinding tussen de accu en de marifoon. Deze kabel moet bestaan uit uit een tweedraads soepele leiding met voldoende doorsnede. Dit, om spanningsverlies te voorkomen. In de verbinding dienen zo min mogelijk wandstekkerdozen gebruikt te worden. Is dit toch nodig, dan moeten deze zodanig uitgevoerd te worden, dat verwisseling van polariteit niet mogelijk is en dat door eventuele trillingen van het schip de verbinding niet verbroken wordt.
De kabel tussen accu en marifoon moet voorzien zijn van een smeltveiligheid (zekering): dit is een beveiliging tegen overbelasting.
Marifoon monteren
De marifooninstallatie dient vast in het schip te zijn gemonteerd. Let er op, dat de marifoon op een zodanige plaats wordt gemonteerd, dat er geen negatieve invloeden van warmte en vocht bij kunnen komen. Houd er daarnaast rekening mee of er op de montageplaats voedingsspanning aanwezig is (of dat die makkelijk kan worden aangelegd), of er een mogelijkheid tot doorvoer van een spannings- en antennekabel is en of de afstand tussen marifoon en stuur niet te groot is. Tot slot: is de marifoon goed bereikbaar?
Start nu de cursus